Bekende Gezegden en Spreekwoorden over Bed

Bijgewerkt op 13 jun 2022 om 18:31

Bekende spreekwoorden en gezegden over bed zoals: Kleed je niet uit voor je naar bed gaat (Je moet je erfenis niet weggeven als je nog leeft).



Spreekwoorden over bed
Bekende gezegden en spreekwoorden over bed!

 

Zijn bedje is gespreid.

Zijn toekomst ziet er goed uit.

 

Met het verkeerde been uit bed stappen.

Met een slecht humeur de dag beginnen.

 

Het bed moeten houden.

Ziek zijn.

 

Van armoe naar bed gaan.

Uit verveling naar bed gaan.

 

Wie met honden naar bed gaat staat met vlooien op.

Als je met slechte mensen omgaat neem je hun gedragingen over.

 

Daar waar het gewoon is, brengt men de koe naar bed.

Wat hier vreemd is, is ergens anders normaal.

 

Hij gaat ermee naar bed en staat er weer mee op.

Het houdt hem voortdurend bezig.

 

Iemands bed schenden.

Overspel plegen.

 

Gescheiden zijn van tafel en bed.

Officieel nog wel getrouwd maar niet meer samenwonend.

 

Een dronken vrouw een engel in het bed.

Dronken vrouwen nemen het niet zo nauw met de zeden.

 

Dat heeft wat in eer de laatste man te bed komt.

Dat duurt erg lang.

 

Wie ‘t geluk heeft gaat met de bruid naar bed.

Hij heeft veel geluk.

Spreekwoord op tegeltje: Met het verkeerde been uit bed stappen.

 

Met iemand in de koffer duiken.

Met iemand naar bed gaan.

 

Het is beter de schoenen versleten als het bed.

Je kunt beter gezond zijn en moeten werken dan ziek in bed liggen.

 

Naar kooi gaan.

Naar bed gaan.

 

In je korf kruipen.

Naar bed gaan.

 

Daar kom je je bed voor uit.

Dat is de moeite waard.

 

Daar kom ik mijn bed niet voor uit.

Dat is de moeite niet waard.

 

Men moet zijn bed maken zoals men slapen wil.

Als je op een bepaalde manier wilt leven moet je je gedrag hierop aanpassen.

 

In zijn kazemat kruipen.

Naar bed gaan.

 

Hij ligt in de veren.

Hij ligt in bed.

 

Met zijn spot naar bed gaan.

Trouwen met een meisje dat hij eerst niet zag staan en waarmee hij de spot dreef.

 

Hij heeft daar een tafel en een bed.

Hij heeft daar kost en inwoning.

 

Hij gaat met het spek naar bed.

Hij houdt het beste voor zichzelf.

 

Dat is ver van mijn bed.

Daar weet ik niets van.

 

Die zijn bed verkoopt moet op de stenen slapen.

Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden.

 

Niet uit het bed klappen.

Je bedgeheimen niet rondvertellen.

 

Van de beddenplank af.

Precies negen maanden na het huwelijk een geboorte.

 



Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*