Mooie spreekwoorden en gezegden over brand met betekenis zoals: Hij laat zijn kaars aan twee kanten branden (Hij verspilt veel geld).

Cadeaus voor hem
Cadeaus voor haar
Cadeaus voor kids


Spreekwoorden over brand
Spreekwoorden over brand!

 

Hij is bang zich aan koud water te branden.

Hij is overdreven voorzichtig.

 

Iemand uit de brand helpen.

De problemen van iemand oplossen.

 

>Brand je vingers niet.

Pas op dat je de regels niet overtreedt.

 

De brand is geblust.

Het probleem is opgelost.

 

In de brand zitten.

In de problemen zitten.

 

De brandklok luiden.

Alarm slaan, me teveel kabaal.

 

Voor iedere heilige een kaars branden.

Iedereen die het verdiend bedanken.

 

Waar het werk bij het vuur ligt is brand te vrezen.

Je moet twee (ongetrouwde) geliefden niet te veel de gelegenheid geven.

 

Hij is niet vooruit te branden.

Hij is erg lui.

 

Er gaat een lampje branden.

Nu wordt het duidelijk.

 

Zijn schepen achter zich verbranden.

Er is geen weg terug meer mogelijk.

 

Zij gaan gearmd naar de brand.

Zij gaan samen ergens naar toe.

 

Het geld brandt in zijn zak.

Hij geeft al zijn geld meteen uit.

 

Het vuurtje aan het branden maken.

Ergens ruzie over gaan maken.

 

Zijn blad is niet verbrand.

Iets goed kunnen vertellen.

 
Spreekwoord op tegeltje: Iemand uit de brand helpen.

 

Een kaars voor de Duivel branden.

Uit eigenbelang de slechte daden van iemand afzwakken.

 

Moord en brand schreeuwen.

Heel erg tekeer gaan.

 

Wilt ge brand vermijden vraagt bijtijds uw schouw.

Je moet op tijd voorzorgsmaatregelen nemen.

 

Liever opbranden dan uitdoven.

Intensief leven.

 

Hij is snel aangebrand.

Hij wordt snel boos.

 

Dat gaat aanbranden.

Dat loopt slecht af.

 

Hij is daar erg op gebrand.

Hij waardeert dat zeer.

 

In de brand zitten.

Veel schulden hebben.

 

Hij is brandhout voor de hel.

Hij is een slecht mens.

 

Spotters huisjes branden licht.

Je moet niet met andere mensen de spot drijven want wie weet word je zelf ook nog het slachtoffer.

 

Die zich uit de rook houdt zal zich niet branden.

Als je de problemen niet opzoekt zal je ook niets overkomen.

 

De rode haan laten kraaien.

Brand stichten.

 

Iemand burgemeester van een afgebrand dorp maken.

Iemand uitschakelen.

 

Zijn moeders huis in brand gestoken.

Hij is nog trots ook op die schandelijke daad.

 

Trouwen is beter dan branden.

Je kunt beter trouwen dan naar iemand verlangen.

 

Vuur bij het vlas brand wonder ras.

Je moet twee (ongetrouwde) geliefden niet te veel de gelegenheid geven.

 

Een boom in brand steken.

Tegen een boom urineren.

 

Hij steekt zijn huis in brand om zich aan de kolen te warmen.

Hij maakt zichzelf in het nadeel om een klein voordeel te behalen.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *