Mooie gezegden en spreekwoorden over haren die je misschien wel kent zoals: Iemand er met zijn haren bijslepen (Iemand ongewenst bij een gesprek betrekken).
Zij vliegen elkaar steeds in de haren.
Zij hebben steeds ruzie met elkaar of ze vechten steeds met elkaar.
Spijt hebben als haren op mijn hoofd.
Heel erg veel spijt hebben.
Lang haar en kort verstand.
Vrouwen zijn niet zo slim.
Hij wil zijn haar weerhalen.
Hij wil wraak nemen.
Dat sleept hij er met de haren bij.
Dat brengt hij ermee in verband terwijl het helemaal niets ermee te maken heeft.
Wie zich aan een ezel schuurt krijgt haren.
Als je met slechte mensen omgaat neem je hun slechte eigenschappen langzaam over.
Grijze haren groeien op geen zotte bollen.
Gekken krijgen meestal geen grijs haar.
Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt.
Daar ga ik absoluut niet mee akkoord.
Grijs haar wijs haar.
Iemand met grijs haar heeft vaak veel wijsheid.
Zich er geen grijze haren over laten groeien.
Zich er geen zorgen om maken.
Hij is zijn wilde haren nog niet verloren.
(Hij is nog steeds even onbezonnen en wild als vroeger.
Een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken.
Een slecht mens kun je nooit vertrouwen.
Dat is hem niet naar het haar.
Dat bevalt hem niet.
Iemand van haar noch pluim kennen.
Iemand niet goed kennen.
Dat heeft maar aan een haar gehangen.
Dat was bijna verkeerd afgelopen.
Als ik mijn haar verlies draag ik een pruik.
Je moet je geen zorgen maken.
Met huid en haar opeten.
Helemaal opeten.
Met huid en haar verslinden.
Helemaal opeten.
Hij heeft er haar gelaten.
Hij heeft daar geld verspeeld.
Hij heeft haar op de tanden.
Hij kan zichzelf goed verdedigen.
Men moet de gelegenheid bij de haren grijpen.
Je moet een gunstige gelegenheid benutten.
Zijn haar staat kroes.
Hij is in een slechte bui.
Hij vindt een haar in het werk.
Hij wil niet werken.
Het is kwaad kammen daar geen haar is.
Als iemands niets heeft valt er ook niets te halen.
Hij zit met zijn handen in het haar.
Hij weet niet wat hij moet doen.
Hij heeft een wild haar in de neus.
Hij is onbezonnen en wild.
Iemand geen haar krenken.
Iemand beslist geen kwaad doen.
Waar geen haar groeit groeien ook geen hersens.
Kale mensen zijn dom.
Het haar van de hond erop.
Je moet een kwaal met hetzelfde bestrijden als de oorzaak.
Krul haar krulle zinnen.
Mensen met krullen zijn niet te vertrouwen.
Om een haar versteekt men geen boterpot.
Als iets goed gebeurt moet je niet teveel op de kosten letten.
Daar zit een haar in de boter.
Daar is iets niet in orde.
Hij zoekt een haar in de boter.
Hij maakt van de kleinste dingen een probleem.
Hij weet van haar noch pluim.
Hij weet van niets.
Ik moet er haar of pluimen van hebben.
Ik moet weten waar ik aan toe ben.
Hij heeft pijn in zijn haar.
Hij heeft last van een kater.