Spreekwoorden en gezegden over water die je moet kennen zoals: Stille waters hebben diepe gronden (Zwijgzame mensen hebben vaak goede diepere gedachtes).
Water bij de wijn doen.
Een compromis proberen te sluiten.
Hij verdient geld als water.
Hij verdient zeer goed.
Hij is zo vlug als water.
Hij is erg bijdehand.
Dat staat als een paal boven water
Dat is absoluut zeker.
Hij heeft hoog water.
Hij moet dringend naar het toilet.
Dat is geld in het water smijten.
Dat is geld aan iets dwaas uitgeven.
Een storm in een glas water.
Een hoop drukte om niets.
Geld in het water gooien.
Geld verkwisten, geld verspillen.
Water in zee dragen.
Overbodig werk doen.
Het water komt aan de lippen.
De nood wordt nu wel groot.
Dat valt in het water.
Dat mislukt of gaat niet door.
Blijf uit zijn kielwater.
Blijf uit zijn buurt want hij deugt niet.
Die het water deert die het water keert.
Degenen die aan de dijk liggen moeten hem ook onderhouden.
Hij spaart het water.
Hij wast zich bijna nooit.
Hij is een lulletje rozenwater.
Hij is een saai en braaf persoon.
Hij is van alle wateren gewassen.
Hij is erg slim.
Het water komt op de dijk.
Daar komen de tranen.
Werp uw brood uit op water.
Ook al worden je giften niet altijd goed besteed, blijf geven.
In iemands vaarwater zitten.
Iemand hinderen.
Die op het water is moet varen.
Als je met iets begonnen bent moet je het ook afmaken.
Dat is water en melk.
Dat is eten zonder smaak, of eten zonder voedingsstoffen.
Hij is zo vals als het schuim op het water.
Hij is heel erg gemeen.
Hij heeft spraakwater ingenomen.
Hij heeft teveel gedronken.
Hij laat Gods water over Gods akker lopen.
Hij maakt zich nergens zorgen om; hij doet niets.
Het is water naar de zee dragen.
Het is onzinnig werk.
Hij is onder water.
Hij is aan het stappen, aan het uitgaan.
Vuur in de ene hand dragen en water in de andere.
Zich eerlijk en vroom gedragen maar in het echt een verdorven persoon zijn.
Op zulke waters vangt men zulke vissen.
Slechte gezelschappen verrichten slechte daden.
Hoe stiller water hoe dieper boom.
Zwijgzame mensen hebben vaak goede diepere gedachtes.
Hij is verdronken eer hij water gezien heeft.
Hij heeft zich verbonden aan een meisje terwijl hij nog niet eens echt volwassen is.
Zonder water draait de molen niet.
Je moet genoeg eten om te kunnen werken.
Dat is water en wind.
Dat is eten zonder smaak, of eten zonder voedingsstoffen.
Hij is weer boven water gekomen.
Hij is de problemen te boven gekomen, of hij is weer terecht.
De zee is altijd zonder water.
Rijke mensen klagen altijd dat ze zo weinig overhouden. Ze hebben nooit genoeg.
Hij laat het water over de dijk lopen.
Hij is aan het huilen.
Het water loopt altijd naar de zee.
Rijke mensen worden steeds rijker.
Dat wast al het water van de zee niet af.
Dat is een onvergefelijke schande.
Hoogmoed en vrede is water en vuur.
Verwaandheid en aardigheid gaan niet samen.
Het is water en vuur.
Zij zijn precies het tegenovergestelde en kunnen het helemaal niet met elkaar vinden.
Een goede waterhond ontziet geen modderige sloot.
Als je iets heel graag wilt ben je tot meer in staat dan je eerst dacht.
Vuil water blust ook vuur.
In tijden van nood moet je gebruik maken van de middelen die je hebt.
Waar kikkers zijn daar is ook water.
Als er geruchten zijn dan is er vaak wel iets van waar.
Met hoog water lopen.
De broekspijpen zijn tekort.
Zij gelijken op elkaar als twee druppels water.
Zij lijken heel erg op elkaar.
Spijkers op laag water zoeken.
Problemen zoeken die er niet zijn.
In troebel water is het goed vissen.
In onduidelijke situaties valt vaak veel voordeel te halen.
Geen water is hem te diep.
Hij is nergens bang voor.
Hij is boven zijn theewater.
Hij heeft teveel gedronken.
Hij is zo rijk als het water diep is.
Hij is heel erg rijk.
Een kind met een waterhoofd.
Iets dat belangrijker lijkt dan het is.
Loop niet in het water.
Jij bent wel erg trots op je mooie kleren.
Een kring om de zon brengt water in de ton.
Als je een kring om de zon ziet dan zal het flink gaan regenen.
Hij laat Gods water over Gods akker lopen.
Hij maakt zich nergens zorgen om; hij doet niets.
In iemands kielwater [kielzog] varen.
Iemand volgen.
Uit zuivere bronnen vloeit zuiver water.
Mensen met een rein geweten spreken niet slecht over andere mensen.
Hij is bang zich aan koud water te branden.
Hij is veel te voorzichtig.
Gestolen wateren zijn zoet.
Soms heeft men liever iets waar men op een oneerlijke manier aan komt dan iets wat men eerlijk verkrijgt.
Dat haalt er geen handwater bij.
Dat is helemaal niet zo goed.
Veel beekjes maken een groot water.
Vele kleine dingen samen kunnen tot iets groots leiden.